Toegang tot al onze analyses en koopstips? Word abonnee
AEX
NAS100
US500
HONG KONG
EUR/USD
Bekijk koersen

CFE: Veel meer dan een bouwer

CFE: Veel meer dan een bouwer
10 jun 2025 om 08:23

Dit artikel wordt u aangeboden door VFB. De Vlaamse Federatie van Beleggers is een non-profit organisatie met als doelstelling individuele beleggers op een onafhankelijke manier te informeren en te vormen in het beheer van financiële activa. Kijk alvast eens rond op onze website: www.VFB.be.

Interview met Raymund Trost, ceo van CFE: “Wij zijn veel meer dan een bouwbedrijf” | Door Jasper Vekeman (VFB)


De vastgoedsector gaat door een zware crisis en ook CFE ziet zwarte sneeuw. Maar volgens ceo Raymund Trost is CFE op de beurs ook slachtoffer van wat er breder speelt in de sector, “collateral damage” dus. “Onze sterkte is ons multidisciplinaire model, maar dat wordt door de markt nog niet zo goed herkend.”

Nergens sneed de snelle opeenvolging van crisissen de voorbije jaren zo diep als in de bouwsector. Een giftige cocktail van economische onzekerheid, gestegen rentes en oplopende bouwkosten bracht bekende namen als Ghelamco, Atenor en Codic aan het wankelen. Tegen die bewogen achtergrond spreken we met Raymund Trost, de ceo van CFE.

“Wij zijn veel meer dan een bouwbedrijf”, stipt hij aan het begin van ons gesprek meteen aan. “We zijn een multidisciplinaire groep. Wij bieden totaaloplossingen in markten die belangrijk zijn in de transitie naar net zero, namelijk duurzame gebouwen, slimme industrie en de infrastructuur voor de mobiliteit en de energie van de toekomst.”

De geschiedenis van CFE is al even multidisciplinair en gaat terug tot 1880 en de Compagnie Générale de Chemins de Fer Secondaires. Het waren de hoogdagen van de Brusselse beurs, die als internationaal financieel centrum diende om tram- en spoorlijnen te financieren van Peking tot Buenos Aires. CFE heeft met andere woorden wel al wat stormen doorstaan en vertelt het verhaal van België. Hetzelfde kan worden gezegd van zijn topman Trost. De Duitstalige Belg studeerde economie in Luik en Louvain-la-Neuve en staat ons te woord in vloeiend Nederlands.

In 2015 kwam Trost over van de Joris Ide Group om schoon schip te maken bij CFE Contracting, de bouwpoot van de groep CFE. Twee jaar eerder had de Antwerpse investeringsmaatschappij Ackermans & van Haaren de controle gekregen over CFE, met dank aan een ingenieuze deal met het Franse Vinci. Centraal in die deal stond DEME, dat volledig werd ondergebracht bij CFE. Vandaag zijn AvH en Vinci nog de voornaamste aandeelhouders met respectievelijk 62,1 en 12,1 procent van het kapitaal.

Het was dan al duidelijk dat de contractingactiviteiten klaargestoomd werden voor een verzelfstandiging. Er was weinig synergie met DEME, internationale beleggers wisten niet altijd wat ze moesten met de complexe groep en de cijfers van de bouwactiviteiten waren net iets te vaak een smet op het anders vlekkeloze rapport van de baggerdochter.

In 2022 achtten de grootaandeelhouders de tijd rijp om DEME apart naar de beurs te brengen. Het verhaal van de maritieme dienstengroep is genoegzaam bekend bij beleggers. Maar bij een scheiding zijn er altijd twee partijen. Tijd om eens grondig kennis te maken met het ‘nieuwe’ CFE en tegelijk een van de ‘oudjes’ op de Brusselse koersenborden.

Was de afsplitsing van DEME ook een succes voor CFE?

Raymund Trost Absoluut. De activiteiten van DEME en CFE zijn heel verschillend. Het was een opportuniteit om onze strategie te verduidelijken, uit te leggen dat wij actief zijn in interessante groeimarkten en volop inzetten op de net zero transition (de transitie naar een koolstofneutrale economie, red.). De waarde van ons aandeel reflecteert dat nog niet, maar dat komt nog wel.

Zolang DEME onder CFE viel, zou alle aandacht naar die eerste gaan?

Trost Ja, wij hebben nu de kans om onze business in de kijker te zetten en dat proberen we ook te doen.

Wat is jullie business precies?

Trost Onze organisatie telt vier segmenten: vastgoedontwikkeling, multitechnieken, bouw & renovatie en onze investeringen. In omzet zijn de bouwactiviteiten, waar onze roots liggen, de grootste. Kijken we naar onze 3 000 mensen, dan is iets meer dan de helft actief in multitechnieken.

Wat moeten we precies begrijpen onder die noemer?

Trost Onder multitechnieken zitten twee bedrijven. VMA doet alles rond technieken die je in gebouwen en de industrie ziet; van elektriciteit over data tot smart building management, alsook onderhoud. In de industrie doen we ook de optimalisatie van productieprocessen. Voor Volvo Gent hebben we bijvoorbeeld de hele productielijn gedaan, van de bekabeling tot de programmering van de robots. Met MOBIX doen we technieken voor infrastructuur en mobiliteit. We installeren hele netwerken, voor Fluvius of Ores bijvoorbeeld, en alles wat met het spoor te maken heeft, van de sporen zelf over de elektrificatie tot de signalisatie.

In welke activiteiten zien jullie het meeste toekomst?

Trost Een aantal jaren geleden was er een grote studie van de consultant McKinsey naar de investeringen die nodig zijn om een net zero transition te realiseren. De grootste investeringen waren nodig in transport, gebouwen en energie.

In die sectoren zien wij opportuniteiten en willen we groeien. De afdeling voor multitechnieken speelt daarin een belangrijke rol, maar ook onze investeringspoot. We investeren in batterijparken, bijvoorbeeld. Die zullen nodig zijn om de omschakeling naar hernieuwbare energie mogelijk te maken.

Ook de renovatie van gebouwen blijft een grote kans. We zijn een belangrijke speler op de Brusselse kantorenmarkt. 60 procent van alle kantoren is meer dan vijftien jaar oud en nog nooit gerenoveerd, 75 procent heeft een EPC-score van C of lager.

Wat is de meerwaarde van jullie model met diverse activiteiten en bedrijven onder één dak?

Trost We zijn een grote speler in vastgoed en toch hebben we heel weinig schulden. Hoe komt dat? Omdat we met onze multitechnieken en contractingactiviteiten een positieve cashflow realiseren.

Die kunnen we gebruiken om een deel van onze investeringen, zoals in batterijparken of offshore windmolenparken, te financieren. Die investeringen doen we samen met Ackermans & van Haaren.

Onze cash gebruiken we ook om vastgoedprojecten te ontwikkelen zonder veel bankschulden te moeten aangaan. We kunnen dus een gezonde balans houden en toch investeren in activiteiten waar we veel groei zien. Dat is een toegevoegde waarde van ons model.

Ten tweede biedt dit model wel wat opportuniteiten om aan cross selling te doen. We kunnen totaaloplossingen bieden, bijvoorbeeld van de renovatie van een gebouw tot de installatie van alle technieken en onderhoud. Omdat de complexiteit van projecten toeneemt, verkiezen meer en meer klanten te werken met één partij die alles kan.

Met 42 miljoen euro hebben jullie inderdaad opvallend weinig schulden.

Trost Dit is bijzonder weinig voor een bedrijf met een omzet van 1,2 miljard euro en in vergelijking met de 250 miljoen euro die we investeren in onze projectontwikkelingsactiviteiten en een 100 miljoen aan investeringen in Vietnam (Deep C) en in onze windmolenparken. Dat is echt een keuze die we hebben gemaakt.

Waarom vindt u het zo belangrijk om niet met een grotere hefboom te werken?

Trost Als er mooie kansen naar de markt komen – en dat zien we stilaan gebeuren – dan hebben we nog ruimte om schulden aan te gaan, in tegenstelling tot bedrijven die misschien wat in moeilijkheden zitten. Omdat we beursgenoteerd zijn, kunnen we ook altijd naar de kapitaalmarkt gaan.

Maken overnames deel uit van jullie strategie?

Trost Daar kijken we zeker naar. Onze doelstelling is om onze segmenten verder te ontwikkelen door organische groei en doelgerichte overnames. Het zal dan eerder in een nicheactiviteit zijn, waar een andere dynamiek heerst dan in de aannemerij, waar we nu al een grote speler zijn.

Mikt u dan vooral op kleine overnames? U heeft ook de financiële ruimte om een grote slag te slaan.

Trost Wat is klein en wat is groot? We hebben de voorbije jaren veel geïnvesteerd in ons managementteam, processen en systemen. Als we een grote kans zien, dan staan we daar dus voor open.

Jullie zijn actief in België, Luxemburg en Polen. Waarom die drie?

Trost CFE is bijna 150 jaar. In onze geschiedenis hebben we verschillende cycli doorgemaakt. Ooit waren we heel internationaal aanwezig met de bouw en het beheer van spoorwegen. Op een bepaald moment zijn we actief geweest in Azië en twintig jaar geleden hebben we veel in Afrika gewerkt.

Dat liep moeilijk, dus zijn we ermee gestopt. Toen is beslist te focussen op landen met solide fundamenten en waar we de beste teams hebben. Dat zijn die drie landen. De markt voor multitechnieken in België bedraagt 6 miljard euro. Wij draaien zo’n 300 miljoen.

Hier liggen dus zeker nog kansen. In deze sector willen we groeien en zelfs meer dan de markt. In België willen we vooral groeien in specifieke niches waar we sterk in staan. Ook in Polen, een groot land waar we al 25 jaar actief zijn en meer dan 400 mensen tellen, liggen nog heel wat opportuniteiten.

Zien jullie ook kansen in andere landen?

Trost In Polen hebben we een sterk team, dat ook elders in Oost-Europa of Duitsland projecten kan realiseren. We moeten wel heel selectief zijn. We gaan alleen naar landen met een stabiele economie en politieke situatie en als we er met onze eigen mensen naartoe kunnen.

Een nieuw team uitbouwen in een land is niet aan de orde. Al doen we vandaag natuurlijk wel al dingen in andere landen. Er is de joint venture met AvH in Vietnam, in houtbouw staan we sterk in Nederland, en met VMA volgen we onze industriële klanten.

In de autosector hebben we al projecten gedaan in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Mexico, Slowakije, Zweden en Turkije. Die activiteit is veel internationaler.

Welke becijferde doelen streven jullie na?

Trost We hebben specifieke doelstellingen voor onze verschillende activiteiten. Die vind je in onze analistenpresentatie op onze website. Ons belangrijkste doel op groepsniveau is dat we doorheen de cyclus een rendement op het eigen vermogen van zo’n 15 procent willen halen.

Van 2018 tot 2022 haalden we een return on equity van meer dan 20 procent. De jongste jaren zien we een crisis in onze sector, maar toch haalden wij in 2024 meer dan 10 %. We houden vast aan dat doel.

Ondanks de crisis hebben jullie wel een stevig orderboek. Wat worden de cruciale projecten?

Trost Ons orderboek is met bijna 30 procent gestegen naar 1,65 miljard euro. We werken momenteel onder meer op gebouwen voor klanten als de Europese Commissie, SD Worx en het Rode Kruis, en we zijn deel van het consortium voor de Oosterweel.

In het jaarverslag staat dat een aantal dossiers is afgerond waar een en ander is fout gelopen, maar dat jullie zulke problemen in de toekomst willen vermijden. Hoe wilt u dat doen?

Trost De voorbije jaren hebben we ons proces voor risicomanagement erg versterkt. Als we nu weet krijgen van een project, willen we systematisch nagaan of we de juiste mensen en kennis hebben, kunnen we er de juiste prijs op plakken en het goed uitvoeren, en zo dus een betere risico-inschatting maken. Dat hebben we in het verleden misschien niet genoeg gedaan. Zo hebben we een aantal projecten aangepakt die misschien niet in onze sweetspot lagen. Dat doen we vandaag anders. Zo hebben we een structureel projectmanagementbureau opgezet. We zien dat onze aanpak vruchten begint af te werpen.

Kan u concreter maken wat er fout is gelopen bij die probleemdossiers?

Trost Deels gaat dat over contractmanagement, bepaalde details die aan het begin van een project onvoldoende gedefinieerd waren. Een deel heeft ook te maken met risico’s of kosten goed kunnen inschatten. En dan is er de vraag of je de juiste mensen wel hebt om alles uit te voeren. Dat geheel moet goed zitten van bij de start van een project.

U wilt daarom ook inzetten op ‘operational excellence’, lazen we. Dat horen we natuurlijk overal. Wat verstaat u daar precies onder?

Trost Een voorbeeld is dat wij de lean principes uit de industrie toepassen in de bouw om alle stappen mooi na elkaar te zetten, zodat je alles sneller kan doen. Ons engineeringproces bij multitechnieken bijvoorbeeld wordt nu volledig digitaal gemodelleerd om de kansen dat er iets fout loopt te verminderen. Dat betekent dat we meer tijd steken in de voorbereiding van een project en nieuwe digitale tools gebruiken om de kwaliteit en planning te beheren.

Je hoort vaak dat de bouw nog mijlenver achterloopt op de rest van de economie in digitalisering.

Trost Vandaag is de bouw al veel minder traditioneel en zien we een versnelling in het gebruik van digitale tools. Dat heeft ook met de nieuwe generatie werknemers te maken, die daar veel meer open voor staan. Het heeft ook te maken met de kwaliteit van die tools. Zodra onze mensen die gebruikt hebben, willen ze niet meer terug naar een traditionele manier van werken.

Jullie, net zo goed als de concullega’s, wijzen al enkele jaren op “moeilijke marktomstandigheden”. Leg eens concreet uit wat die zijn en hoe die jullie parten spelen?

Trost Er spelen verschillende dynamieken in de segmenten waar we actief zijn. De kantoormarkt, bijvoorbeeld, is stilgevallen toen de rente en de bouwkosten zo gestegen waren. Opdrachtgevers kwamen tot de vaststelling dat ze die kosten niet meer doorgerekend kregen aan hun klanten. Sommige projecten die toen al in de pijplijn zaten, zijn niet meer uitgevoerd. Dat deed de markt tot stilstand komen. Daarbij kwam nog dat investeerders wegvielen. Je kan wel iets bouwen, maar dan moet je het nog verkocht krijgen. Ook die markt viel volledig stil.

In Luxemburg zakte ook de markt voor residentieel vastgoed compleet in, terwijl die zes maanden daarvoor nog springlevend was. Daar was het probleem dat de banken veel voorzichtiger werden, terwijl kandidaat-kopers vaak niet het geld hadden om 15 tot 20 procent eigen middelen in te brengen.

Ziet u al beterschap?

Trost We zitten bijna 3 jaar in die situatie. We zien dat er nu weer projecten naar de markt komen. Nog niet de heel grote, maar wel projecten tot 100 miljoen euro. Er komt weer meer beweging in de markt, een beetje meer dynamiek.

Vooral vanaf 2026 en 2027 verwachten we dat die weer zal aantrekken. Als de markt daalt, dan gaat het snel, maar als de markt opnieuw opstart, zie je ook een hele sterke dynamiek. Ik denk niet dat we nog twee of drie jaar in de huidige situatie zullen zitten.

Veel bedrijven hebben wellicht nog een tijd kunnen teren op hun orderboek. Moet de echte weerslag van die crisis nog komen?

Trost 2023 was nog een heel sterk jaar voor de meeste bedrijven. Vanaf de tweede helft van dat jaar begon het moeilijker te lopen om orders binnen te krijgen. Daarom zijn we zo tevreden met ons sterk orderboek en de grote projecten die we hebben binnengehaald.

Deze crisis zal nog wel even duren, maar gelukkig zijn er segmenten die relatief goed draaien. Zo stijgen de investeringen in infrastructuur, nadat die in België lange tijd veel lager zijn geweest dan in andere Europese landen.

In de industrie zijn de investeringen door de onzekerheid ook stilgevallen, maar we hopen dat de motor opnieuw begint te draaien. We zien toch een beetje meer optimisme, ook door de nieuwe regering in Duitsland.

In de bouwsector zijn enkele grote groepen zoals Ghelamco, Atenor en Codic in de problemen gekomen. Speelt die twijfel over de sector ook CFE parten?

Trost Dat heeft zeker bijgedragen aan de onzekerheid in de sector, maar dat is niet de reden waarom de markt is stilgevallen. De Belgische banken hebben hun rol gespeeld door de sector te ondersteunen, wat vertrouwen geeft.

Natuurlijk weegt de situatie op de waarderingen van alle bedrijven in de sector. In die zin ondervinden wij ook collateral damage, zeg maar, ook al is onze balans heel sterk en zitten wij niet in financiële problemen.

U spreekt van voorzichtig herstel en kleine projecten die naar de markt komen, maar wat is er nodig om weer een echte versnelling te zien? De rente zal niet onmiddellijk dalen en wat duurder is geworden, wordt meestal niet meer goedkoper.

Trost De laatste twee jaar hebben alle bedrijven de waarderingen van hun projecten of activa aangepast. Die opkuis – boekhoudkundig of in cash – ligt nu grotendeels achter ons. Mensen willen een beetje meer zekerheid.

Ik denk ook niet dat de rente nog veel zal dalen, maar klanten willen vooral geen ­jojo-beweging. Als er opnieuw meer stabiliteit komt, dan kan de markt heel snel aantrekken. De vraag naar kwaliteitswoningen is er nog altijd. Kantoren moeten worden gerenoveerd. En we hebben het nog niet veel over onze spooractiviteiten gehad, maar ook daar zijn grote investeringen nodig in België.

Jullie werken in een sector met flinterdunne marges. CFE haalde een nettomarge van 2,7 procent in 2024.

Trost De grootste uitdaging is om geen slechte of heel moeilijke werven te hebben, want één of twee moeilijke projecten kunnen volstaan om de winst van alle andere teniet te doen. Daarom steken we er zoveel tijd en energie in om zulke projecten te vermijden.

Maar voor mij gaat het ook om het rendement op het eigen vermogen. Een bedrijf dat structureel 15 procent haalt, is een heel gezond bedrijf. En als je dat kan doen met een diversiteit aan activiteiten, waar de dynamiek telkens een beetje anders is, dan is dat nog positiever voor een investeerder.

Nu, als we op onze bouwactiviteiten 3 procent halen, op multitechnieken zo’n 6 procent en op onze vastgoedontwikkeling een normaal rendement, dan moet onze marge hoger kunnen uitkomen. Maar dan mogen we geen slecht, groot project hebben. Dat is onze grote uitdaging.

Als een project niet mag mislopen, bent u ook afhankelijk van de overheid om tijdig vergunningen af te leveren.

Trost Ja, en dat ze niet worden aangevochten. Trajecten duren in België erg lang, zeker in Brussel, waar we heel actief zijn. Dat is een van de moeilijkste factoren vandaag.

Heeft u oplossingen?

Trost Ik ben vier jaar voorzitter van de Belgische vereniging van grote aannemers (VBA) geweest. Ik ken de problematiek heel goed. Ik denk dat een snelle betrokkenheid van alle partijen bij een vergunning heel belangrijk is.

In projecten die maatschappelijk belangrijk zijn is het ook aan de politiek om prioriteiten te stellen. En beroepsprocedures moeten veel sneller kunnen. Iemand moet beroep kunnen aantekenen, absoluut, maar dat mag geen maanden of jaren aanslepen.

Die onzekerheid kost veel geld. En de beroepsprocedure mag ook niet misbruikt worden. In Frankrijk hebben ze een wet die toelaat misbruik aan te klagen en ik hoop dat gelijkaardige wetgeving snel ook in België kan ingevoerd worden.

In Brussel lijkt de nieuwe metrolijn na meer dan vijftien jaar volledig vastgelopen. Waarom slagen we er niet in meer grote infrastructuurwerken uit te voeren? Vaak wordt naar China gewezen, waar het in een paar maanden kan.

Trost Je moet daarvoor niet naar China, ook in Luxemburg of Polen gaat het veel sneller. Elders werken ze meer met langetermijnplannen. Een wijziging in het politieke landschap is er geen reden om een project plotseling te stoppen. In België zouden we ook belang hebben bij investeringsplannen die continuïteit garanderen. Die stabiliteit is zeer belangrijk.

Heeft uw sector ook geen boter op het hoofd? Bij elk groot project lijkt het budget volledig te ontsporen. Dat is toch niet alleen de fout van de overheid?

Trost U heeft daarnet al gewezen op de lage marges in de bouwsector. We maken dus geen ongelooflijke winst op die projecten. Het gaat veel meer over de inefficiëntie van het hele proces. Daar moet aan gewerkt worden. Dan zal men ook de kosten beter kunnen inschatten. Onaangename verrassingen zijn voor niemand goed, ook niet voor de bouwgroepen.

In hoeverre is het aandeelhouderschap bij CFE veranderd na de afsplitsing van DEME? Zijn veel beleggers vertrokken?

Trost Enkele grote fondsen, die aan bepaalde vereisten rond omvang en liquiditeit moeten voldoen, zijn vertrokken. In die zin hebben we een verschuiving gezien naar meer retailbeleggers. Maar we hebben geen grote leegloop gezien. Dezelfde financiële analisten volgen ons ook nog steeds.

Bent u nog tevreden met de beursnotering? Veel bedrijven trekken de deur achter zich dicht.

Trost De beurs verplicht je bepaalde zaken te doen op het vlak van transparantie, rapportering, management en goed bestuur. Dat vind ik positief. Natuurlijk staat daar een kostprijs tegenover. Het andere punt is dat we altijd naar de kapitaalmarkt kunnen als we een grote kans zien of een overname willen doen.

Ondertussen staan we 145 jaar op de beurs. We zijn een van de allereerste noteringen. Dat zullen we niet zomaar opgeven. Natuurlijk is onze free float relatief klein. Maar voor de kleine belegger zijn we een kans om in een multidisciplinaire Belgische groep te investeren. Zoveel zijn er niet.

Uw grootaandeelhouder Ackermans & van Haaren heeft met Nextensa nog vastgoedactiviteiten in portefeuille. Komt het ooit tot nog een herschikking?

Trost Dat is een vraag die u moet stellen aan onze aandeelhouder. Nextensa heeft een paar fantastische sites en we werken graag samen, onze relatie is goed, maar onze vastgoedactiviteiten en ons businessmodel zijn heel anders.

Vastgoedontwikkelaars liggen vandaag niet bepaald in de bovenste schuif bij beleggers, onder meer door de problemen bij een aantal grote spelers. In hoeverre stralen die problemen af op CFE?

Trost Onze sterkte is ons multidisciplinaire model, maar dat wordt door de markt nog niet zo goed herkend. Het is niet zo makkelijk om dat goed te communiceren. Als je kijkt naar andere spelers in multitechnieken, een sector waarin wij een grote speler willen worden en waarin al de helft van onze mensen werkt, dan zijn die gewaardeerd tegen andere multiples dan de bouw of vastgoed.

Wat is jullie dividendbeleid?

Trost Bijna drie jaar geleden hebben we als richtlijn gegeven dat we 25 procent van onze nettowinst uitkeren. Dat beleid hebben we gevolgd, ook in moeilijke tijden. Beter nog, we hebben in ’23 en ’24 zelfs besloten om het dividend van 2022 (0,4 euro) te behouden, een payout dus van meer dan 40 %.

Vorig jaar is een groot deel van de cashflow naar schuldafbouw gegaan. Nu heeft u nog nauwelijks schulden. Betekent dit dat er ruimte is voor een hoger dividend of aandeleninkopen?

Trost Wij willen gedurende de cyclus consistent blijven met ons dividendbeleid en een voorzichtig beheer van de balans, terwijl we tegelijkertijd aantrekkelijke kansen in onze doelmarkten nastreven. Een concreet voorbeeld is het Kronos-project in Kirchberg, het financiële district van Luxemburg. Dat is onze grootste vastgoedontwikkeling ooit. Dat zijn kansen die we graag aangrijpen.

Waarom moet een Belgische particuliere belegger een belegging in CFE overwegen?

Trost We zijn een top ESG-bedrijf dat walks the walk. We zijn actief in markten met een sterk groeipotentieel die nodig zijn voor de transitie naar een klimaatneutrale economie en we zijn een multidisciplinaire groep die totaaloplossingen biedt. We hebben onze weerbaarheid getoond in een moeilijke markt met een gediversifieerd inkomstenmodel en een sterk financieel profiel. Neem dat samen met onze investeringsportefeuille, die de volgende jaren dividenden zal beginnen opleveren, en ons goed gevulde orderboek, en dan hebben we heel wat sterke punten.

Cijfers eerste kwartaal

Een week na het gesprek kwam CFE met cijfers voor de eerste drie maanden van het jaar. Bij multitechnieken daalde de omzet met 11 procent, in Bouw & Renovatie zelfs met 16 procent. Het orderboek tekende wel groei op, met respectievelijk 3 en 10 procent voor die segmenten.

In vastgoedontwikkeling vonden er geen belangrijke transacties plaats. CFE bevestigde zijn vooruitzichten voor het hele jaar, namelijk een bescheiden krimp in de omzet en een nettoresultaat in lijn met dat van 2024.

Altijd op de hoogte van de laatste Ontwikkelingen op de beurs!

Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en mis niks!

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.