Obligatie: angst voor obligatiecrash niet serieus

(ABM FN) Recente uitspraken van obligatiespecialisten in de pers over een obligatiecrash zijn onterecht. Dit stelt analist Alexandre Goldwasser van obligatiebroker Goldwasser.
In een interview met ABM Financial News wijst de obligatiespecialist op de ontwikkeling van de waarderingen van de verschillende obligatie-indexen als bewijs hiervan.
“Als je ziet dat een benchmark voor bedrijfsobligaties met een investment grade kredietwaardigheid, in dit geval de Bloomberg Pan-European, sinds 1 januari slechts 6 procent heeft verloren, is er geen goede reden om van een crash te spreken”, meent Goldwasser, die hiermee de uitspraken van andere commentatoren wil nuanceren.
Hij merkt op dat deze index redelijk representatief is voor de beleggingsgewoonten van Belgische particulieren, die de afgelopen jaren meer in de markt voor bedrijfsobligaties hebben belegd dan in staatsobligaties.
Goldwasser noemt als voorbeeld ook de stijging van de tienjarige Duitse Bund, door de markt beschouwd als een belangrijke benchmark, waarvan de rente de afgelopen periode steeg van -0,15 procent naar 0,90 procent.
“Als we kijken naar de evolutie van de Duitse staatsobligatie die in 2032 afloopt met een coupon van 0 procent, dan is de prijs gedaald van 100 procent toen deze in januari werd uitgegeven tot 92 procent op dit moment“.
Ook hier is praten over een crash overdreven, benadrukt Goldwasser, die constateert dat het vooral institutionele beleggers zijn, en minder particulieren, die dit soort papier in portefeuille hebben.
Bovendien wijst Goldwasser op een feit die we soms geneigd zijn te vergeten. Voor spaarders wiens doel het is om de obligatie in de portefeuille vast te houden tot de vervaldag en om de coupons te ontvangen, is de ontwikkeling van de prijs van de obligatie gedurende de looptijd uiteindelijk niet zo belangrijk, aangezien normaal gesproken de inleg aan het einde weer wordt terugontvangen. “Dat is niet het geval bij andere activaklassen”, merkt Goldwasser op.
“We kunnen duidelijk spreken van een crash als we woensdag een aandeel als Netflix bijna 40 procent zien dalen na negatieve resultaten, maar niet met de Belgische OLO…”, vervolgt hij.
In plaats van te praten over een crash, praat Goldwasser liever over wat in zijn ogen slechts een geleidelijke terugkeer is naar de normale gang van zaken op de obligatiemarkt.
Goldwasser ziet dat de trend van stijgende opbrengsten goed doorzet en hij verwacht dat deze soepel zal verlopen.
Deze trend kan volgens hem worden verklaard door de monetaire verkrapping die is ingezet door de Europese Centrale Bank, die van plan is haar directe schuldaankopen in het derde kwartaal stop te zetten, waarna een renteverhoging volgt, om zo de erg hoge inflatie onder controle te krijgen.
Sinds de crisis van 2008 en vooral sinds 2012 herinnert Goldwasser eraan dat de centrale banken de rente kunstmatig laag hebben gehouden om de economie te ondersteunen, net als de landen met een zeer hoge schuldenlast.
De coronapandemie heeft echter de schuldenlast van landen alleen maar vergroot. Goldwasser vreest dat bij een echte stresssituatie op de financiële markten en bij aanvallen op de zuidelijke lidstaten, de ECB toch weer zal ingrijpen, net als in het verleden.
Hij merkt ook op dat vóór de Europese schuldencrisis in 2012 het rendement op de Duitse Bund nog geen 2 procent bedroeg. “Als we zouden terugkeren naar dit acceptabele rendementsniveau, zou dit zich vertalen in een daling van 8 procent voor bestaande obligaties”, concludeert Goldwasser.