Beursblik: lichtpuntjes voor Amerikaanse inflatie

De PCE-kerninflatie, een favoriete graadmeter van de Federal Reserve, is in mei onverwacht iets afgekoeld en nu de consumentenuitgaven ook aan momentum verliezen, is er mogelijk minder noodzaak tot agressieve renteverhogingen. Dit zei ING vrijdag in een analyse over de inflatiecijfers die vrijdag verschenen.
Op jaarbasis bedroeg de PCE-kerninflatie 4,6 procent ten opzichte van de 4,7 procent in april en kwam daarmee uit op het laagste niveau sinds oktober 2021. Economen hadden gerekend op een onveranderd cijfer van 4,7 procent.
De consumentenbestedingen stegen in mei met 0,1 procent, na een plus van 0,6 procent in april. Hiervoor was door economen een stijging met 0,2 procent voorzien.
ING wees verder op een andere PCE-kernindicator, die exclusief energie en huizenprijzen, die volgens de berekeningen van de bank ook daalde van 4,7 naar 4,6 procent. Op deze indicator let de Fed specifiek.
“Bemoedigend”, oordeelde ING dan ook.
De bank schat in dat de prijzen op maandbasis met 0,1 of maximaal 0,2 procent mogen stijgen, om op termijn uit te komen op de door de Fed gewenste inflatie van rond de 2,0 procent. Volgens ING lijkt het erop dat we “binnenkort consistent dit soort cijfers zullen zien.”