Olieprijs stijgt weer

De olieprijs is vrijdag aardig gestegen. Bij een settlement van 85,54 dollar werd een vat West Texas Intermediate 2,8 procent duurder. Op weekbasis daalde de ruwe olieprijs met 3,5 procent.
“De olieprijzen bleven deze week jojo-en”, zag marktanalist Michael Hewson van CMC Markets.
Donderdag leverde WTI nog in, onder meer door een sterkere dollar en omdat beleggers zich zorgen maken over de economie.
Vrijdag veerden de prijzen op. Amerikaanse gevechtsvliegtuigen bombardeerden in het oosten van Syrië doelen die banden hebben met Iran, waardoor de spanningen in het Midden-Oosten nog verder oplopen.
Hewson wees ook op berichten dat er snel vooruitgang zou worden geboekt in de onderhandelingen over een staakt-het-vuren en de uitwisseling van gevangenen tussen Hamas en Israël, met bemiddeling van Qatar. Dit zorgde halverwege de dag voor een dip in de olieprijzen.
Het Israelische leger meldde vrijdagavond juist dat de grondtroepen actiever worden in de Gazastrook.
Handelaren “moeten zich op één ding moeten concentreren, en dat is een grondoorlog van het Israëlische leger in Palestina”, zei Naeem Aslam, chief investment officer bij Zaye Capital Markets. “Dit zal de woede onder Arabische landen naar een ander niveau tillen”, aldus Aslam.
Arabische leiders zijn “al boos over de Amerikaanse betrokkenheid bij de huidige acties van de Israëlische regering in Palestina, en nu richten de Amerikaanse oorlogsschepen zich op Syrië”, zei hij.
Dit alles vertegenwoordigt “een aanzienlijk risico voor de olieprijzen,” die deze week lager handelden omdat handelaren “onwetend zijn over het bovenstaande en de kans groter is dat ze verrast zullen worden,” zei Aslam.