Olieprijs veert op
De olieprijs is vrijdag gestegen. Bij een settlement van 71,23 dollar werd een vat West Texas Intermediate 2,7 procent duurder.
“De prijzen voor ruwe olie zijn sterk opgeveerd vanaf het laagste punt in 5 maanden”, zag marktanalist Michael Hewson van CMC Markets, “ondanks de zorgen dat de zwakke vraag zal leiden tot een aanbodoverschot richting 2024”, aldus de marktkenner.
Het herstel op vrijdag kwam na een ontmoeting tussen de Russische leider Vladimir Poetin en de Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman, zei Stephen Innes van SPI Asset Management, “waarbij de nadruk werd gelegd op de voortdurende inspanningen om de wereldwijde oliemarkten te stabiliseren en de productieniveaus te beheren.”
Op weekbasis daalde de WTI-olieprijs voor de zevende week op rij en is het volgens Hewson van CMC de langste reeks verliezen sinds 2018. Sinds het hoogste punt in september heeft WTI circa een kwart van zijn waarde verloren.
Toch verwacht grondstoffenspecialist Ole Hansen van Saxo Bank niet dat de prijzen nog heel veel lager zullen gaan, “gezien de huidige vooruitzichten voor een aanhoudende groei van de vraag in 2024, zij het in een lager tempo dan in 2023.”
Het grootste neerwaartse risico is volgens Hansen “een gebrek aan naleving en zorgen over de eenheid van OPEC+”, aldus de marktkenner.
“Het opwaartse potentieel wordt eveneens beperkt door het risico van een economische vertraging in de VS en China, evenals de aanhoudende aandacht voor de stijgende productiereservecapaciteit, vooral bij producenten in het Midden-Oosten, onder leiding van Saoedi-Arabië en de VAE”, volgens Hansen.
Saxo Bank verwacht dat Brent de komende periode voornamelijk in de lage regionen van 80 dollar zal handelen. Een vat Brent-olie kostte vrijdag bijna 76 dollar, maar verloor net als WTI op weekbasis zo’n 4 procent terrein.