Olieprijs stijgt door zorgen over situatie Rode Zee

De olieprijs is maandag flink gestegen. Bij een settlement van 72,47 dollar werd een vat West Texas Intermediate 1,5 procent duurder.
Ondanks het vooruitzicht van onderbrekingen in de aanvoer in de Rode Zee, veroorzaakt door Houthi-rebellen in Jemen, stonden de olieprijzen maandag aanvankelijk onder druk, voordat ze gedurende de sessie de weg omhoog vonden, zag marktanalist Michael Hewson van CMC Markets.
“De katalysator achter de scherpe verandering in het sentiment was dat BP bekendmaakte alle doorvoer van tankers door de Rode Zee tot nader order te pauzeren”, aldus Hewson.
“Hoewel deze [Houthi] aanvallen niet per se nieuw zijn, zijn ze de afgelopen weken wel in intensiteit toegenomen”, zei Robbie Fraser van Schneider Electric. De Houthi-strijdkrachten hebben niet het vermogen om een grote blokkade van de regio op te werpen, maar kunnen wel middelen blijven inzetten om de scheepvaart te verstoren, aldus de marktanalist.
“De Houthi’s, en in het verlengde daarvan hun belangrijkste militaire steunpilaar Iran, gebruiken hun aanvalscapaciteit in de Rode Zee waarschijnlijk om meer geopolitieke invloed in de regio uit te oefenen, naast de invloed op Israëls oorlog in Gaza”, legde Jack Kennedy van S&P Global Market Intelligence uit.
“De aanvallen zullen waarschijnlijk gericht blijven op internationale scheepvaart, ongeacht hun publieke banden met Israël”, verwacht de marktkenner.
De olieprijzen wonnen afgelopen week voor het eerst in zo’n twee maanden terrein, gesteund door een dovish rentebesluit van de Federal Reserve, waarbij de Amerikaanse centrale bank leek te hinten op drie renteverlagingen in 2024. Dat zou gunstig zijn voor de economie en dus ook de vraag naar olie, volgens marktkenners.