Bel20 knalt door naar 4.500 punten
(ABM FN) De Brusselse beurs heeft zijn opmars afgelopen week doorgezet en brak zelfs even door de 4.500 punten en dat gebeurde in maart voor het laatst. Op een slot van 4.493,31 punten op vrijdag steeg de Bel20 met meer dan 4 procent op weekbasis. Op een slot van 4.306,05 punten een week eerder won de sterindex toen al 2,6 procent op weekbasis.
In de dagen na 2 april, oftewel Liberation Day; de dag waarop de Amerikaanse president Donald Trump zijn wereldwijde handelstarieven aankondigde, daalde de Bel20 nog tot circa 3.800 punten, maar vervolgens wist de sterindex gestaag te herstellen.
Er waren afgelopen week optimistische geluiden over de handelsoorlog, nu China bereid lijkt om met de Verenigde Staten te onderhandelen, terwijl ook de EU neigt naar een deal met president Trump.
In de marktenzaal van KBC hield men een slag om de arm wat betreft de mogelijke gesprekken tussen de VS en China. “Het Chinese ministerie van Handel waarschuwde meteen wel dat de VS zich niet in moet laten met “afpersing en dwang” en dat de VS bereid moeten zijn om “verkeerde praktijken te corrigeren” en “unilaterale tarieven in te trekken”. Washington moet dus “oprecht” zijn in de gesprekken waar Peking wel voor openstaat”, aldus KBC.
“Dat lijkt een mogelijke eerste de-escalatie in de handelsoorlog in te luiden, iets waar beleggers natuurlijk oren naar hebben. Maar een oplossing is er nog niet, niet in China en niet in Japan”, zeiden de handelaren, doelend op het feit dat Japan afgelopen week bij monde van zijn minister van Financiën liet weten dat de ruim 1 biljoen dollar aan Amerikaanse schatkistcertificaten een troef kunnen worden in de handelsbesprekingen met Washington.
“Een nukkig schuldeiser is een lastige klant”, aldus KBC.
Microsoft en Meta overtuigen, maar Apple en Amazon niet
Beleggers konden afgelopen week ook aan de slag met de kwartaalcijfers van Magnificent Seven-zwaargewichten Apple, Amazon, Microsoft en Meta.
Microsoft en Meta wisten te overtuigen, vooral ook op AI-gebied, terwijl Apple en Amazon juist hun zorgen uitspraken over de impact van de handelsoorlog.
Apple wist de verwachtingen te verslaan, maar de zwakte in China hield ook aan. Wel rekent Apple op groei in het lopende kwartaal. Verder zal het veel van zijn apparaten via Vietnam en India naar de VS gaan verschepen, om zo de torenhoge importheffingen voor China te omzeilen, zo maakte de techreus bekend.
Het steekspel over tarieven die nu weer hoog en dan weer lager zijn, zet bedrijven wereldwijd aan om hun winstverwachtingen te verlagen, te bevriezen of gewoonweg op te geven, zeiden de handelaren in de marktenzaal van KBC.
“Apple waarschuwde dat hogere invoerheffingen dit kwartaal 900 miljoen dollar zal kosten, waarmee het optimisme dat volgde op sterke resultaten van Microsoft en Meta Platform enigszins werd getemperd.”
Ook Amazon wees in een toelichting op de cijfers, met daarbij tegenvallende vooruitzichten, op de negatieve invloed van Trumps handelsbeleid.
Toch bewijzen de cijfers van Microsoft en Meta dat “techaandelen nog lang zullen profiteren van de groei van AI”, volgens investment manager Simon Wiersma van ING en “die trend is niet zomaar gekeerd.”
Amerikaanse economie krimpt in het eerste kwartaal
Op macro-economisch vlak was er afgelopen week aandacht voor groeicijfers, inflatiedata en het Amerikaanse banenrapport.
De Amerikaanse economie kromp in het eerste kwartaal onverwacht met 0,3 procent, na een groei van 2,4 procent in het vierde kwartaal. Verder kwamen er in april 177.000 banen bij en dat was veel beter dan verwacht, terwijl de werkloosheid stabiliseerde op 4,2 procent.
“De Amerikaanse economie kromp in de eerste drie maanden van het jaar, omdat importeurs wanhopig probeerden om zoveel mogelijk producten binnen te halen voordat de heffingen werden ingevoerd. De inflatie was ook hoger, wat voeding gaf aan het stagflatieverhaal en de mogelijkheden beperkt van de Fed om de economie te ondersteunen, nu het economische sentiment verslechtert”, volgens James Knightley van ING.
De PCE-kerninflatie, een belangrijke indicator voor het monetaire beleid van de Fed, kwam in het eerste kwartaal uit op 3,5 procent, terwijl de markt rekende op 3,1 procent. “Dit wijst erop dat de inflatie iets hardnekkiger is dan verwacht in aanloop naar [verdere] prijsstijgingen later dit jaar vanwege de handelstarieven en leveringsproblemen”, aldus de econoom. In de maand maart kwam de kern-PCE uit op 2,6 procent. Dat was in februari nog 2,8 procent. Het algemene inflatiecijfer kwam uit op 2,3 procent.
Over het Amerikaanse banencijfer zei Knightley dat de kans groot is dat een afkoeling van de economische activiteit zich vertaalt in een zwakkere banenmarkt in de zomer. Volgens Lara Castleton van Janus Henderson maakt het sterke banencijfer van vrijdag het lastig voor de Fed om de rente eerder te verlagen, iets waar president Trump afgelopen week opnieuw om vroeg.
“Als de Fed ergens in het derde kwartaal te hulp schiet, vermoeden we dat ze hard en snel zal ingrijpen”, aldus Knightley, die begrijpt dat de markten momenteel uitgaan van renteverlagingen van in totaal 100 basispunten dit jaar.
De Fed komt volgende week woensdag met zijn rentebesluit.
In de eurozone noteerde de inflatie in april stabiel op 2,2 procent, terwijl de kerninflatie opliep van 2,4 naar 2,7 procent. Volgens econoom Bert Colijn van ING zijn de vooruitzichten echter erg onzeker. Vooralsnog ligt de inflatie wel op koers om de doelstelling van 2 procent van de Europese Centrale Bank te bereiken, “wat een verdere voorzichtige versoepeling van het monetaire beleid rechtvaardigt”, volgens de econoom van ING.
De Europese inflatiedata van vrijdag volgden op groeicijfers uit de eurozone op woensdag. In het eerste kwartaal groeide de economie in de muntunie met 0,4 procent en dat was beter dan verwacht. Inkoopcijfers over de industrie in de eurozone toonden bovendien slechts een lichte krimp, met een stijging naar het hoogste niveau in 32 maanden.
Volgens Fabio Balboni van HSBC had de ECB, die rekende op een economische groei van 0,2 procent, zowaar een opwaartse verrassing te verwerken. Daar staat wel tegenover dat de inflatieverwachtingen zijn gestegen, volgens een nieuwe consumentenenquête van de centrale bank, en dat ondanks lagere energieprijzen, schreef de analist.
“Hoewel een nieuwe renteverlaging van 25 basispunten in juni zeer waarschijnlijk is, lijken de vooruitzichten onzekerder”, aldus Balboni.
De euro/dollar handelde vrijdag op 1,1365 en daarmee op weekbasis vrijwel stabiel, terwijl de olieprijzen gemiddeld 7 procent verloren. Zaterdag besloot OPEC+ om de productie in juni met 411.000 vaten per dag op te voeren, net als in mei.
© Copyright ABM Financial News B.V. All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. ABM Financial News B.V. and the provider of this website/application do not warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or delays in the content, or for any actions taken in reliance thereon.
