Bel20 herstelt tot boven 4.400 punten na handelsakkoord

(ABM FN) De Brusselse beurs wist afgelopen week te herstellen en weer boven de 4.400 punten te komen. Op een slot van 4.447,35 punten op vrijdag, won de Bel20 1,7 procent op weekbasis. Op een slot van 4.374,22 punten een week eerder verloor de sterindex toen nog 2,7 procent op weekbasis.
Beleggers in Brussel reageerden positief op het handelsakkoord tussen de Verenigde Staten en China. De onderhandelingen vorig weekend in Zwitserland bleken succesvol, want maandag werd bevestigd dat de VS en China hun wederkerige importheffingen voor ten minste 90 dagen met 115 procent zullen verlagen.
Voor de import van de meeste Chinese goederen gaat het Amerikaanse tarief zo van 145 naar 30 procent en China gaat voor Amerikaanse goederen van 125 naar 10 procent.
“Er is echter geen sprake van euforie”, stelde Bernard Keppenne, hoofdeconoom bij CBC Banque in een reactie. “Zoals de overeenkomst met het Verenigd Koninkrijk duidelijk heeft aangetoond, zullen de douanerechten niet zomaar verdwijnen”, volgens de expert.
Hoewel de wederkerige importheffingen voorlopig dus met 115 procent omlaag gaan, blijven de algemene importheffingen van 10 procent en een heffing van 20 procent met betrekking tot fentanyl wel van kracht voor Chinese producten die de VS binnenkomen. President Trump gaf bovendien aan dat de verlaging van de importheffingen op China niet van toepassing is op sectorspecifieke tarieven voor auto’s, staal en aluminium.
Deutsche Bank hield rekening met een verlaging van de heffingen voor China tot 60 procent en deze uitkomst is dan ook veel beter dan zij hadden voorzien. “En wij denken dat het ook beter is dan de markt had voorzien in maart.” Kortom, de aandelenkoersen kunnen verder omhoog dan de niveaus voorafgaand aan de start van de handelsoorlog begin april, aldus Deutsche.
Wel is het nieuws vooral positief voor Amerikaanse aandelen, aldus de analisten. De importheffingen zouden volgens de Duitse bank negatiever voor Amerikaanse dan voor Europese bedrijven zijn. Op korte termijn zullen Amerikaanse aandelen daarom nog meer profiteren van het nieuws dan Europese. “Amerikaanse aandelen zullen outperformen ten opzichte van Europese aandelen”, denkt Deutsche Bank.
Nu de handelsrelatie tussen de VS en China is verbeterd en er zelfs een tijdelijk handelsakkoord ligt tussen de twee kemphanen, heeft Goldman Sachs het risico van een potentiële recessie in de VS zelfs verlaagd van 45 naar 35 procent.
Econoom Luc Aben van Van Lanschot Kempen waarschuwde wel dat het “vanzelfsprekend” opletten blijft “voor de wispelturigheid van de regering Trump.”
De Amerikaanse president bezocht afgelopen week de Golfstaten in het Midden-Oosten, met als resultaat een aantal deals rond omvangrijke investeringen in AI die de rally van techaandelen ondersteunen. Mede daardoor steeg de marktkapitalisatie van chipreus Nvidia afgelopen week tot meer dan 3 biljoen dollar. Nvidia kondigde een deal aan met Saoedi-Arabië.
“Trump is duidelijk in de stemming om deals te sluiten, dus beleggers houden de ontwikkelingen rond zijn reis in de gaten”, zei Deutsche Bank.
Afkoelende inflatie biedt Fed de ruimte voor verlagingen
Op macro-economisch vlak ging de aandacht afgelopen week vooral uit naar Amerikaanse inflatiecijfers en de detailhandelsverkopen in de VS.
Ondanks het kwakkelende consumentenvertrouwen bleef de Amerikaanse consument tot nog toe behoorlijk kooplustig, volgens Aben. In april stegen de detailhandelsverkopen in de VS echter met slechts 0,1 procent, na een toename van 1,5 procent in de maand ervoor.
Die flinke stijging in maart was volgens ING te verklaren door consumenten die preventief aankopen deden om de tarief-gerelateerde prijsstijgingen voor te zijn. Dat effect ebde in april weg, volgens de economen.
“Ondertussen geeft de gematigde PPI aan dat bedrijven er voorlopig voor kiezen om hogere kosten te absorberen in hun winstmarges”, aldus de bank, maar dat zal vermoedelijk niet lang zo blijven. Wel bieden de dalende prijzen de Federal Reserve vooralsnog de ruimte om de rentes later dit jaar verder te verlagen, aldus ING.
De Amerikaanse producentenprijzen daalden in april met 0,5 procent, vergeleken met een maand eerder, zo werd donderdag bekend. Economen rekenden vooraf op een stijging met 0,3 procent in april. Verder daalden ook de kernprijzen op maandbasis in april, terwijl op jaarbasis sprake was van een veel minder sterke stijging van de producentenprijzen dan in maart.
Kijkend naar de Amerikaanse inflatiecijfers, die dinsdag al verschenen, was het volgens Aben vooraf de vraag of de ingestelde heffingen al enige invloed zouden hebben op de prijzen, “al is het daarvoor mogelijk nog te vroeg.”
Van een hogere inflatie door de importheffingen was in april inderdaad geen sprake. Met 2,3 procent stegen de consumentenprijzen zelfs iets minder dan de 2,4 procent, ook het inflatieniveau in maart, die werd verwacht. De kerninflatie bleef in april op jaarbasis stabiel op 2,8 procent, terwijl de kernprijzen op maandbasis iets minder hard stegen dan verwacht.
Vrijdag bleek dat het consumentenvertrouwen zoals gemeten door de Universiteit van Michigan begin deze maand verder is verslechterd, terwijl de inflatieverwachting juist harder is opgelopen, naar 7,3 procent. De enquête werd wel grotendeels afgenomen voor de VS en China een handelsakkoord sloten
De euro/dollar handelde vrijdag rond 1,12 en daarmee op weekbasis rond een half procent lager. Volgens analisten van KBC Economics zorgden de valutamarkten halverwege de week wel voor wat levendigheid, toen de dollar begon te dalen.
“De beweging werd veroorzaakt door berichten in financiële nieuwsmedia waarin werd verwezen naar bronnen die bekend zijn met de handelsbesprekingen tussen de VS en Zuid-Korea”, aldus de handelaar van KBC. “Daarin zou ook het valutabeleid aan de orde zou zijn gekomen. Dit deed de markten zich afvragen of een duidelijk zwakkere dollar ook meer gewicht zou krijgen in de handelsbesprekingen met andere handelspartners”, klonk het uit de marktenzaal.
Hoewel er geruchten gaan dat de handelsbesprekingen tussen de VS en de EU voorlopig weinig vooruitgang hebben geboekt, is een te zwakke munt waarschijnlijk meer een probleem voor Aziatische valuta’s dan voor de EU, aldus KBC.
“Vanuit Amerikaans perspectief zijn er ook risico’s verbonden aan het openlijk aandringen op een zwakkere dollar, omdat dit de verkoop van Amerikaanse aandelen zou kunnen doen herleven, wat vorige maand een bron van verhoogde marktvolatiliteit was”, in viel Brussel te horen.
De olieprijzen stegen op weekbasis, gesteund door het tijdelijke handelsakkoord tussen de VS en China. Goldman Sachs denkt echter dat de opleving van de olieprijzen, door het optimisme over het handelsbeleid, tijdelijk zal zijn. Het basisscenario van de Amerikaanse bank gaat ervan uit dat OPEC+ de productie in juli nog een keer zal verhogen. Daarnaast zou er zicht zijn op een atoomdeal tussen de VS en Iran, waardoor er mogelijk meer Iraanse olie op de markt komt.
Voor de obligatiemarkten was het een vrij rustige week, met lichte stijgingen, maar vrijdagavond laat maakte Moody’s bekend dat het de kredietrating van de VS heeft verlaagd naar Aa1. Daarmee heeft Amerika bij geen enkele van de grote kredietbeoordelaars nog de gewenste ’triple A’-status. In reactie steeg de Amerikaanse tienjaarsrente naar 4,484 procent. Eerder op de dag lag het renteniveau nog rond 4,40 procent.