Olieprijs verder onder druk

De olieprijs is donderdag verder gedaald. Bij een settlement van 61,20 dollar werd een vat West Texas Intermediate op dagbasis 0,6 procent goedkoper. De prijs voor een vat Brent sloot op 64,44 dollar, vrijwel gelijk aan de settlement woensdag.
De oliemarkt stond voor de derde achtereenvolgende sessie onder druk. Inmiddels is de recente geopolitieke impuls, waaronder het tijdelijke handelsakkoord tussen de VS en China, weggeëbd, en ligt de focus weer op vraag en aanbod.
Zo werd woensdag bekend dat de Amerikaanse olievoorraden afgelopen week onverwacht zijn gestegen. Dit “suggereert een zwakkere vraag of een sterker dan verwachte productie, in tegenstelling tot de prognoses van veel analisten die uitgingen van een voorraadafbouw als gevolg van de stijgende lenteconsumptie”, aldus Antonio Di Giacomo, analist bij XS.com.
Intussen bespreekt OPEC+ de mogelijkheid om in juli een nog grote productieverhoging door te voeren, hoewel er nog geen definitief akkoord is bereikt, schreef persbureau Bloomberg donderdag op basis van bronnen. Een aanzienlijke productieverhoging zou de bezorgdheid over een overbevoorrade markt kunnen verergeren, vooral omdat onzekerheden rond de handelsbesprekingen en de bredere economische vooruitzichten het sentiment blijven vertroebelen.
Analisten van Ritterbusch zagen in het Amerikaanse voorradenrapport niet direct een hele grote zwakte, maar wat wel “bearish” is voor de oliemarkten, is de maandelijkse productiestijging van OPEC+ van ruim 400.000 vaten per dag.
De geplande productieverhogingen, van met name Saoedi-Arabië, kunnen volgens Bank of America ook problematisch worden voor de Amerikaanse olieproductie.
Hoewel de VS de grootste olieproducent blijft, zal de productiegroei dit jaar naar verwachting aanzienlijk vertragen en in 2026 afvlakken als gevolg van stijgende kosten en verminderde schalieproductiviteit, volgens de bank.