Bel20 flirt met jaarrecord boven 4.500 punten

(ABM FN) De Brusselse beurs is afgelopen week licht gedaald, ondanks dat woensdag nog een nieuw jaarrecord werd bereikt op 4.523 punten.
Toch waren het de rentevrees en de nieuwe tarievendreiging van de Amerikaanse president Donald Trump, die de Bel20 uiteindelijk ruim onder dit niveau hielden op vrijdag, met een slot van 4.439,13 punten. Dat betekende op weekbasis een verlies van 0,2 procent. Op een slot van 4.447.35 punten een week eerder won de sterindex toen 1,7 procent op weekbasis.
Trump wil de Europese Unie vanaf 1 juni importheffingen van 50 procent opleggen, nu de handelsgesprekken nergens toe leiden, zei hij vrijdag op Truth Social. De president stelde dat het zeer lastig onderhandelen is met de EU, die volgens hem primair is opgericht om te profiteren van de Verenigde Staten op het gebied van handel.
“Net toen we dachten dat het allemaal rustig was aan het tarievenfront en we ons allemaal weer zorgen gingen maken over het tekort van de VS, boem! Trump dreigt de EU met emmerladingen meer [aan importheffingen]”, reageerde econoom James Smith van ING.
Trump nam vrijdag niet alleen de EU op de korrel, maar ook Apple. De Amerikaanse techreus kan rekenen op tarieven van 25 procent als ze hun iPhones niet in de VS gaan maken, waarschuwde de president.
Apple is een van de techgiganten die het hardst is getroffen vanwege de blootstelling aan China, een belangrijk doelwit van de wereldwijde importheffingen van Trump. De meeste apparaten van Apple worden in dit land geassembleerd. Daarom kiest het bedrijf voor alternatieven, zoals India.
Volgens Daniel Ives van Wedbush zal het maken van een iPhone in de VS waarschijnlijk leiden tot een verkoopprijs van rond de 3.500 dollar in vergelijking met circa 1.000 dollar op dit moment, en het zou jaren duren om de benodigde productiecapaciteit op te bouwen, volgens de analist.
Zorgen over Amerikaanse schuldenberg
Met de hernieuwde handelsdreiging vanuit het Witte Huis, kwam er een negatief einde aan een toch al moeizame en nerveuze week, met beleggers die zich zorgen maken over de Amerikaanse schuldenberg. Moody’s verlaagde een week geleden daarom al de kredietrating tot Aa1.
Smith van ING is van mening dat de belastingplan van Trump, waar het Huis van Afgevaardigden donderdag mee akkoord ging, het tekort “niet dramatisch opdrijft”, maar volgens de econoom is er wel groter probleem, namelijk de verwachte vertraging van de Amerikaanse economie.
“Lagere groei kan veel meer gevolgen hebben voor de omvang van het tekort dan de belastingwet. Het feit dat de VS een tekort van 6 procent heeft, terwijl de banenmarkt sterk is en de economie jaarlijks met 2 tot 3 procent groeit, voorspelt niet veel goeds als – of wanneer, de [economische] omstandigheden verslechteren”, aldus Smith.
Vanuit het Witte Huis werd de afwaardering gebagatelliseerd, maar de beurzen dachten daar duidelijk anders over, gezien de oplopende Amerikaanse rentes.
Volgens Bernard Keppenne, hoofdeconoom bij CBC Banque, zouden beleggers zich hierdoor nog meer zorgen moeten maken over de hoogte van de Amerikaanse schuld.
Volgens KBC is de stap echter “grotendeels symbolisch” omdat de twee andere ratingbureaus de rating al eerder hebben verlaagd.
Volgens analisten zou het belastingplan van Trump in tien jaar tijd tussen de 3.000 en 5.000 miljard dollar kunnen toevoegen aan de Amerikaanse schuld, die nu al 36.200 miljard dollar bedraagt. Dit is ook de reden waarom Moody’s schat dat de Amerikaanse staatsschuld 134 procent van het bbp zal bedragen in 2035.
De Amerikaanse 30-jarige rente bereikte midweeks een piek van 5,15 procent. Voor Keppenne dan ook reden om te verwachten dat de rente verder kan stijgen als beleggers een hogere termijnpremie vragen.
“De markten maken zich terecht zorgen dat deze expansieve begrotingsvoorstellen de toch al precaire overheidsfinanciën verder zullen verslechteren”, voegde KBC toe.
“Het is een kwestie van tijd voordat de Amerikaanse 30-jaarsrente de top van 2023 op 5,17 procent test en mogelijk doorbreekt naar het hoogste niveau sinds 2007”, klonk het uit de marktenzaal. Een hogere rente zou ook de aandelenmarkten onder druk kunnen zetten.
Verder wees KBC op de renteverlagingen van de Chinese centrale bank. De eenjarige prime rate werd afgelopen week verlaagd met 10 basispunten tot 3,0 procent, terwijl de vijfjaarsrente eveneens met 10 punten omlaag ging tot 3,5 procent. Ook de grote Chinese staatsbanken verlaagden allemaal hun depositorente met 5 tot 25 basispunten.
Die renteknip moet worden gezien als een omvangrijke poging om via een soepeler monetair beleid de Chinese economie te beschermen tegen de gevolgen van de Chinees-Amerikaanse handelsoorlog, aldus KBC.
Inkoopcijfers uit de eurozone en VS toonden dat vooral de Europese industrie en dienstensector het nog moeilijk hebben. In de VS was in mei sprake van een groeiversnelling, hoewel die deels verklaard werd door producenten die alvast een voorraad opbouwden om zich deels te beschermen tegen mogelijke importheffingen nadat de tijdelijke vrijstelling in juli afloopt.
Het lukt de Europese economie niet om een duurzaam herstel te laten zien, merkte hoofdeconoom Cyrus de la Rubia van Hamburg Commercial Bank op. “Het plaatje in mei ziet er niet goed uit. Vooruitkijkend zijn bedrijven slechts voorzichtig optimistisch.”
Toch is er volgens De la Rubia reden om vertrouwen te hebben in de lange termijn. “Het herstel van de industrie is breedgedragen, met bemoedigende signalen uit zowel Duitsland als Frankrijk. Verdere renteverlagingen kunnen voor een extra steun in de rug zorgen en lagere olieprijzen helpen ook.”
Voor de Europese Centrale Bank zullen de cijfers vermoedelijk voor gemengde gevoelens zorgen, aldus de hoofdeconoom. “De inputkosten stijgen nog steeds en ook nog eens in een hoger tempo.”
De notulen van het laatste rentebesluit van de ECB toonden afgelopen week een “dovish” eenheid onder de bestuurders, volgens Carsten Brzeski van ING. Besloten werd vorige maand tot een renteverlaging met 25 basispunten, mede om de onzekerheid in de markt niet verder te vergroten.
De econoom van ING verwacht ook in juni een renteverlaging door de ECB, die volgens Brzeski nog meer ruimte heeft voor verdere verlagingen.
Interessant waren verder de Japanse inflatiecijfers, die voor april een kerninflatie van 3,5 procent lieten zien. Dit ondersteunt volgens ING de verwachte renteverhoging van 25 basispunten door de Bank of Japan in juli.
De euro/dollar noteerde vrijdag op 1,1345 en daarmee op weekbasis ruim anderhalf procent hoger, terwijl de olieprijzen afgelopen week licht daalden.
Maandag is Memorial Day in de VS en wordt er op de beursvloer in New York niet gehandeld. Vermoedelijk is dat een welkome adempauze voor de markten aan beide kanten van de Atlantische Oceaan.