Wall Street schudt Noord-Amerikaanse handelstwist af en zet nieuwe records neer

De Amerikaanse beurzen zijn vrijdag met nieuwe records geëindigd, na een kortstondige tussentijdse dip toen bekend werd dat president Donald Trump de handelsgesprekken met buurland Canada heeft stopgezet.
Zo won de S&P 500 uiteindelijk 0,5 procent op de hoogste slotstand ooit van 6.173,07 punten en steeg de Nasdaq met 0,5 procent naar een all time high van 20.273,46 punten. De Dow Jones index ging 1,0 procent hoger op een slot van 43.819,27 punten, onder meer dankzij een koerssprong van Nike.
“We zijn net geïnformeerd dat Canada, een zeer moeilijk land om mee te HANDELEN, inclusief het feit dat ze onze boeren jarenlang maar liefst 400 procent aan invoerrechten hebben opgelegd op zuivelproducten, zojuist heeft aangekondigd dat ze een belasting op digitale diensten gaan heffen op onze Amerikaanse technologiebedrijven, wat een directe en schaamteloze aanval is op ons land”, zei Trump vrijdagavond op Truth Social.
“Op basis van deze flagrante belasting beëindigen we hierbij ALLE besprekingen over handel met Canada, met onmiddellijke ingang”, aldus de president.
Toch verwacht Karl Schamotta van Corpay dat Trump en de Canadese premier Mark Carney een oplossing zullen vinden: “Carney is waarschijnlijk bereid om de nu al impopulaire belasting te verlagen of te schrappen”, aldus de marktstrateeg.
Het optimisme op Wall Street werd eerder op de dag gevoed door een bericht dat de Amerikanen en Chinezen een raamakkoord hebben getekend, ter afronding van een eerder gemaakte afspraken. Daarmee lijkt de weg vrij naar een definitieve handelsdeal. Verder zijn ook de problemen opgelost rond de verscheping van zeldzame aardmetalen en magneten naar de VS, zei de Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent vrijdag.
Volgens zijn collega, handelsminister Howard Lutnick, zijn er nog 10 andere handelsakkoorden zo goed als klaar. Mogelijk zit daar ook een deal met de Europese Unie bij, want beide partijen hebben er vertrouwen in dat er voor 9 juli een akkoord wordt bereikt, aldus Bloomberg.
De kerninflatie in de Verenigde Staten liep in mei op naar 2,7 procent, van 2,6 procent in april, bleek verder uit het PCE-rapport. Dit is voor de Federal Reserve een belangrijke indicator. Economen rekenden vooraf op een stijging van de kerninflatie op jaarbasis van 2,5 naar 2,6 procent.
Vergeleken met een maand eerder stegen de consumentenprijzen met 0,1 procent en de kernprijzen, zonder de volatiele prijzen van voeding en energie, met 0,2 procent.
De gezinsinkomens daalden met 0,4 procent en de bestedingen met 0,1 procent.
Volgens James Knightley van ING zijn de Amerikaanse consumentenbestedingen sinds het begin van het jaar met 0,2 procentpunt gedaald omdat huishoudens zich zorgen maken over de prijsstijgingen als gevolg van de invoerrechten en de vooruitzichten voor de arbeidsmarkt, terwijl ze grote schommelingen in hun vermogen ervaren.
“De inflatieangst rond de importheffingen zal de Fed voorlopig waarschijnlijk in de wachtstand houden, maar er zijn steeds meer argumenten voor renteverlagingen”, aldus de econoom. ING verwacht een eerste renteverlaging nog steeds na de zomer.
Uit definitieve cijfers van de Universiteit van Michigan bleek vrijdag dat het consumentenvertrouwen in de VS in juni nog iets harder is gestegen, terwijl de inflatieverwachting juist nog iets verder terugliep.
De index voor het consumentenvertrouwen verbeterde van 52,2 in mei naar 60,7 deze maand. Halverwege de maand werd voor juni al een vertrouwenscijfer van 60,5 gemeld.
Maar, “ondanks de stijging in juni blijft het sentiment echter ongeveer 18 procent onder dat van december 2024, vlak na de verkiezingen”, aldus Joanne Hsu van de Universiteit van Michigan. Consumenten denken nog steeds dat er een economische vertraging komt en verwachten dat de inflatie uiteindelijk weer op zal lopen.
Toch daalde de inflatieverwachting voor de komende 12 maanden in juni van 6,6 naar 5,0 procent. De inflatieverwachting voor de komende 5 jaar nam af van 4,2 naar 4,0 procent.
“De bezorgdheid van consumenten over de mogelijke impact van de importheffingen op de toekomstige inflatie is in juni iets afgenomen. Toch blijven de inflatieverwachtingen boven de waarden van de tweede helft van 2024, wat de wijdverspreide overtuiging weerspiegelt dat de inflatierisico’s nog niet volledig zijn afgenomen”, aldus Hsu.
De WTI-olieprijs steeg vrijdagavond licht, maar daalde op weekbasis ruim 11 procent. De euro/dollar noteerde rond het slot op 1,1704.
Bedrijfsnieuws
Nike steeg vrijdag liefst 15 procent nadat de sportschoenenmaker weliswaar veel minder winst boekte dan een jaar eerder, maar het toch beter deed dan analisten hadden verwacht. Het bedrijf heeft volgens analisten steken laten vallen en trends gemist, en probeert zich nu weer te revancheren door te focussen op de wensen van sporters.
Techbedrijf Concentrix boekte tegenvallende resultaten en verloor ruim 6 procent.
Core Scientific won nog eens 1,8 procent. Donderdag steeg het aandeel al met 33 procent, nadat The Wall Street Journal meldde dat Coreweave het digitale infrastructuurbedrijf wil overnemen.
Nvidia koerste vrijdag 1,8 procent hoger. De chipreus heroverde deze week zijn plek als meest waardevolle beursgenoteerde Amerikaanse bedrijf.
Een andere favoriet in de AI-hype op de beurs, Palantir Technologies, dat dit jaar al 91 procent meer waard werd, sloot richting het weekend ruim 9 procent lager.
Tesla daalde met 0,6 procent. Omead Afshar, een oudgediende adjudant van topman Elon Musk, vertrekt bij het bedrijf, meldde The Wall Street Journal.