Bel20 terug boven 4.500 punten na staakt-het-vuren Midden-Oosten

(ABM FN) De Brusselse beurs is afgelopen week weer boven de 4.500 punten gestegen, nadat Israël en Iran onder leiding van de Verenigde Staten een wapenstilstand overeenkwamen. Bovendien was er richting het weekend ook positief nieuws rond de mondiale handelsspanningen, met de Verenigde Staten en China die hun handtekeningen hebben gezet onder de eerder afgesproken raamovereenkomst en berichten dat de Europese Unie overweegt om de importheffingen voor diverse Amerikaanse producten te verlagen om zo een snelle deal met president Trump te sluiten. Ook zei het Witte Huis afgelopen week dat de nadere deadline van 9 juli niet in steen gebeiteld is.

Vrijdag meldde Bloomberg echter dat de VS en EU er vertrouwen in hebben dat die deadline wel degelijk wordt gehaald. Dat geldt mogelijk niet voor een Amerikaans-Canadese deal, want Trump zette de gesprekken met het buurland stop, omdat die belasting gaan heffen op digitale diensten van Amerikaanse techbedrijven. 

De Bel20 won 1,6 procent op weekbasis op een slot van 4.509 punten op vrijdag. De sterindex daalde een week eerder nog 0,8 procent, toen op een slot van 4.439,53 punten.

Het staakt-het-vuren volgde op Amerikaanse aanvallen op drie nucleaire sites in Iran zondagnacht. De gevreesde paniek en fors stijgende olieprijzen bleven maandag evenwel uit.

“Geen beurspaniek na operatie Midnight Hammer”, concludeerde analist Tom Simonts van KBC Securities. “En terecht”, volgens investment manager Simon Wiersma van ING. “Schokken als gevolg van geopolitieke spanningen zijn meestal van hele korte duur, waarbij tussentijdse koersdalingen worden beschouwd als mooie koopmomenten.”

Wel was er terughoudendheid, in afwachting van een mogelijke vergelding van Iran, waarbij werd gevreesd dat Teheran de Straat van Hormuz zou afsluiten, waardoor de mondiale olietoevoer in gevaar zou komen.

Dat gebeurde echter niet en de raketaanvallen die Iran uitvoerde op enkele militaire bases van de VS in het Midden-Oosten als vergelding, bleven beperkt en werden vooraf via de diplomatieke kanalen aangekondigd. In reactie op de wapenstilstand die dinsdagochtend volgde, daalden de olieprijzen op weekbasis met meer dan 10 procent.

Met de afgekoelde geopolitieke spanningen verschoof de aandacht van beleggers al snel naar de NAVO-top in Den Haag enerzijds en de halfjaarlijkse hoorzittingen over het monetaire beleid van de Federal Reserve in het Amerikaanse Congres anderzijds.

De NAVO-leden spraken woensdag een norm van 5 procent af voor de defensie-uitgaven. In ruil voor de extra defensie-uitgaven kregen de lidstaten de belofte dat de VS achter de verdragsorganisatie staat.

“Zo staan alle bondgenoten onvoorwaardelijk achter artikel 5, wat betekent dat “een aanval op één persoon een aanval op allen is” zei secretaris-generaal Mark Rutte na afloop van de bijeenkomst in een persconferentie. En ook Trump staat “100 procent achter NAVO en artikel 5”, aldus Rutte.

Wel zijn er enkele uitzonderingen, waaronder Spanje, dat 2,1 procent van het bruto binnenlands product zal uitgeven om aan de gestelde doelen te voldoen. Dat kwam Madrid op stevige kritiek te staan van president Trump, die aangaf dat het land dan maar via Amerikaanse importheffingen moest compenseren voor het niet halen van de NAVO-norm.

“Ze gaan betalen”, aldus Trump, die zich verder tevreden uitte over de geboekte resultaten op de NAVO-top.

Minder blij is de president met Fed-voorzitter Jerome Powell, die afgelopen week tijdens zijn verantwoording in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat opnieuw benadrukte dat de Fed de ruimte heeft om af te wachten van de gevolgen van het Amerikaanse handelsbeleid zijn.

“Voorlopig zijn we goed gepositioneerd om te wachten om meer te weten te komen over het waarschijnlijke verloop van de economie voordat we aanpassingen aan onze beleidskoers overwegen”, aldus Powell in zijn verklaring.

Toch groeit de verdeeldheid binnen het beleidscomité van de Amerikaanse centrale bank. Zo hintten bestuurders Michelle Bowman en Christopher Waller afgelopen week op een mogelijke renteverlaging in juli.

Dat is koren op de molen voor Trump, die tijdens de NAVO-top nog maar eens herhaalde dat Powell “verschrikkelijk” is, omdat er geen inflatie is in de VS.

Inflatie VS loopt licht op

De inflatiecijfers die vrijdag verschenen, spraken Trump daarin wel tegen. De PCE-kerninflatie, een belangrijke indicator voor de Fed, liep in mei licht op, van 2,6 naar 2,7 procent.

Verder werd afgelopen week bevestigd dat de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal definitief met 0,5 procent is gekrompen. Daarmee was de krimp groter dan uit eerdere ramingen nog bleek.

Ook waren er voorlopige inkoopmanagersindices voor de maand juni. Daarbij liet Duitsland een beter plaatje zien dan Frankrijk. In het Verenigd Koninkrijk groeide de dienstensector harder, maar lijkt de industrie een rem te zetten op de economie.

De inkoopmanagersindex voor de dienstensector in de hele eurozone kwam uit op 50,0, van 49,7 in mei. De index voor de industrie bleef staan op 49,4.

Daarmee kwam de samengestelde index uit op 50,2, wat gelijk was aan het niveau in mei.

“De economie van de eurozone heeft moeite om aan te trekken. De groei is al zes maanden minimaal, met een stagnerende activiteit in de dienstensector en een beperkte stijging van de productie in de verwerkende industrie”, aldus econoom Cyrus de la Rubia van Hamburg Commercial Bank.

In de VS groeide de dienstensector in juni minder hard, terwijl de economische activiteit in de Amerikaanse industrie stabiel bleef. Zo kwam de voorlopig samengestelde index in juni uit op 52,8, fractioneel lager dan de 53,0 in mei. 

“De voorlopige cijfers suggereren dat de Amerikaanse economie aan het einde van het tweede kwartaal is blijven groeien”, aldus econoom Chris Williamson van S&P. “Maar de vooruitzichten blijven onzeker, terwijl de inflatiedruk scherp is toegenomen in de afgelopen twee maanden.”

De euro/dollar handelde vrijdag op 1,1746, nadat het muntpaar donderdag door de belangrijke weerstand van 1,17 brak.

Daarmee stond het muntpaar op het hoogste niveau in meer dan 3,5 jaar, zo merkte ING op. Als de Europese munt langer boven de 1,17 blijft, kan dit de weg vrijmaken voor verdere stijgingen naar 1,20, denkt analist Francesco Pesole van ING. Dit zou wel gepaard moeten gaan met een verzwakking van de dollar. De Amerikaanse munt zou nog meer onder druk kunnen komen te staan als de onafhankelijkheid van de Fed verder in het geding komt, nu er berichten zijn dat Trump Powells opvolger eerder wil benoemen, waardoor er een soort schaduw-voorzitter van de Fed komt, die mogelijk wel over lagere rentes praat, hetgeen nadelig is voor de greenback.

© Copyright ABM Financial News. All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. ABM FN does not warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or delays in the content, or for any actions taken in reliance thereon. pers@abmfn.be