Aantal ECB-bestuurders zag in juni ruimte voor rentepauze

Een aantal bestuurders binnen de Europese Centrale Bank zag in juni ruimte om een rentepauze in te lassen. Dit bleek donderdag uit de notulen van het rentebesluit dat op 5 juni werd genomen en waar de ECB besloot om de rente opnieuw te verlagen met 25 basispunten.
“Deze leden spraken een initiële voorkeur uit voor het ongewijzigd laten van de rentetarieven om meer tijd te hebben om de huidige situatie te analyseren en eventuele aanhoudende inflatoire of desinflatoire druk op te sporen”, viel vanmiddag te lezen in de notulen.
Zo zou de tijdelijke inflatieonderschrijding op korte termijn vooral het gevolg zijn van volatiele factoren zoals lagere energieprijzen en een sterkere wisselkoers.
Daarbij moest worden voorkomen dat er buitensporig zou worden gereageerd op de volatiliteit van de kerninflatie op een moment dat de binnenlandse inflatie hoog bleef en er op middellange termijn nieuwe opwaartse druk op de onderliggende inflatie zou kunnen ontstaan, door zowel de importheffingen als het begrotingsbeleid van eurozonelanden.
In het licht van de voorgaande discussie toonden ze zich uiteindelijk echter bereid om zich bij de consensus aan te sluiten, met uitzondering van één lid, dat een afwijkend standpunt handhaafde, aldus de ECB.
In een toelichting op het rentebesluit in juni zei voorzitter Christine Lagarde al dat het besluit grotendeels unaniem was, met één bestuurder die een verlaging niet steunde. Destijds hintte Lagarde ook op een pauze in juli, wat onderstreept lijkt te worden door de verdeeldheid in de donderdag vrijgegeven notulen.
Verder vonden de ECB-functionarissen dat vanwege de aanhoudende onzekerheid en het risico van inflatieschokken in beide richtingen, het belangrijk was dat de centrale bank niet een vooraf bepaalde koers zou varen in de aanloop naar toekomstige vergaderingen.
Met dit in gedachten was men van mening dat het rentepad consistent moest blijven met het behalen van de doelstelling op de middellange termijn en dat flexibiliteit van vitaal belang zou zijn gezien de verhoogde onzekerheid. Tegelijkertijd werd de mening geuit dat het monetaire beleid minder reactief moet worden op binnenkomende macrogegevens.
In het bijzonder zouden alleen grote schokken een monetaire beleidsreactie noodzakelijk maken, aangezien de ECB bereid zou moeten zijn gematigde afwijkingen van de doelstelling te tolereren zolang de inflatieverwachtingen verankerd zijn, aldus de centrale bank.