Fed-bestuurder Waller wil meer inflatiedata zien voor renteverlaging
De inflatiedata in de Verenigde Staten in april boden een “welkome opluchting”, maar er moeten nog een aantal meevallende inflatierapporten komen, voordat de Amerikaanse centrale bank de rente zou moeten verlagen. Dit zei bestuurder Christopher Waller van de Federal Reserve dinsdag in een toespraak voor het Peterson Institute for International Economics in Washington.
“Bij afwezigheid van een aanzienlijke verzwakking van de arbeidsmarkt, moet ik nog een aantal maanden goede inflatiecijfers zien voordat ik een versoepeling van het monetaire beleid zou steunen”, aldus Waller, die niet verduidelijkte hoeveel hij als een ‘aantal’ beschouwt.
Waller weerlegde in zijn speech wel de vrees dat de beleidsrente niet hoog genoeg is om de vraag af te remmen en de inflatie af te koelen. Volgens de Fed-bestuurder tonen de inflatiecijfers over april aan dat de vooruitgang in de richting van de doelstelling van 2 procent weer op koers ligt.
Dit betekent dat er geen noodzaak is voor verdere renteverhogingen, aldus Waller.
In zijn toespraak zei de Fed-bestuurder ook dat hij verwacht dat de Amerikaanse economie de komende maanden zal vertragen. Hij merkte op dat de inkoopmanagersindices, belangrijke voorlopende indicatoren van de gezondheid van de economie, in april op krimp wezen. Een ander teken van economische matiging waren de vlakke detailhandelsverkopen in april, waarbij stijgingen in de voorbije maanden ook nog eens omlaag werden bijgesteld.
“Eén maand is geen trend, maar deze gegevens suggereren dat het beleid zijn werk doet om de totale vraag te matigen, wat nieuwe vooruitgang in het verlagen van de inflatie zal ondersteunen”, zei Waller.
Op basis van de consumenten- en producentenprijzen van april zei Waller dat de meeste voorspellingen een stijging van 0,23 tot 0,25 procent verwachten voor de PCE-inflatie, de favoriete inflatiemaatstaf van de Fed, die eind volgende week verschijnt.